Een succesvolle HSN-33 in Zwolle is achter de rug. HSN-34 kon niet plaatsvinden wegens de COVID-problematiek.
Om een meer dan dertig jaar lange traditie niet te onderbreken, organiseren we deze digitale conferentie want ook in coronatijden blijft het onderwijs Nederlands in de kern van elk onderwijscurriculum.
En dat is meer dan terecht! Is het niet via taal dat mensen betekenissen en dus kennis – een niet onbelangrijk goed in onze kennismaatschappij – construeren? Binnen de HSN Onderwijs Conferentie Nederlands trachten de deelnemers in de vele bijdragen antwoorden te zoeken op de vaak complexe en moeilijke oefening die het onderwijs Nederlands met zich meebrengt, vaak in een multilinguale context. De HSN Conferenties Onderwijs Nederlands zijn een ambitieuze poging om kennis te construeren in een interactie van mensen uit de theorie met mensen uit de praktijk; in een confrontatie van onderzoek met theorievorming en empirie én in communicatie met leraren uit diverse onderwijsniveaus.
Ook deze digitale conferentie wordt – zij het op beperkte schaal - in het format aangeboden dat haar‘ groot’ heeft gemaakt: een forum aanbieden aan allen die bij de ontwikkelingen van het onderwijs Nederlands in Vlaanderen en Nederland betrokken zijn en dat in alle omgevingen waarin en alle niveaus waarop Nederlands geleerd wordt. De evaluaties van voorbije conferenties leren dat precies de ‘breedte’ van de conferentie door de deelnemers sterk wordt geapprecieerd. Indien de doelgroep van HSN gedefinieerd wordt naar soorten van deelnemers, dan onderscheiden we leraren (op verschillende niveaus), ontwikkelaars, didactici, onderzoekers en studenten lerarenopleiding. Daarenboven is de conferentie uitdrukkelijk Nederlands-Vlaams, opdat wederzijds gebruik zou gemaakt worden van didactische ontwikkelingen, good practices en onderwijservaringen.
Programma 14u
Openingpresentatie met Maud Vanhauwaert
Het stad in mij. Een poëtische middagwandeling 14.45 u. - 18.30 u. Parallelsessies
We richten voor deze online editie vijf stromen in:
1. Basisonderwijs en Lerarenopleiding basisonderwijs
2. Hoger onderwijs
3. Literatuuronderwijs en leesbevordering
4. Taalvaardigheid en taalbeschouwing
5. Taal- en letterkunde
14.45u
1. Bart van der Leeuw & Mariëtte Hoogeveen
Van een begrippenlijst naar een leerlijn kennis over taal. SLO werkt op dit moment aan een leerlijn begrippen voor taalbeschouwing, bedoeld voor zowel het primair als voortgezet onderwijs. Deze nieuwe leerlijn sluit aan bij de kerndoelen en het Referentiekader Taal, en houdt ook alvast rekening met de voorstellen van Curriculum.nu. De concept-leerlijn bestaat uit een set geordende begrippen waarmee kennis over taal wordt uitgedrukt. Met deze begrippen kan de leraar met zijn leerlingen praten over taal en taalgebruik. Leerlingen maken er kennis mee, verwerven de begrippen en zullen op den duur die begrippen ook zelf bewust kunnen gebruiken om op hun eigen taalgebruik te reflecteren. Met deze geordende begrippenlijst denken we het domein taalbeschouwing beter af te kunnen stemmen op het onderwijs in de vaardigheidsdomeinen spreken, luisteren, lezen en schrijven.
2. Anne-Mieke Thieme & Heleen Vander Beken
Meertalige en anderstalige studenten in het Nederlandstalige universitaire onderwijs: kansen en uitdagingen voor taalbeleid. Een verkennende analyse. Een eentalige samenleving bestaat niet meer: meertaligheid is de norm. Universitaire instellingen worstelen daardoor met de eisen die ze mogen stellen aan de taalvaardigheid van hun studenten. Er is nog geen overkoepelende visie op de aanpak van deze complexe en groeiende problematiek. Sommige universiteiten hebben bovendien nog geen expliciete taalbeleidsvisie en concrete richtlijnen. Een inventarisatie drong zich op, in de vorm van een onderzoeksproject over het taalbeleid voor anderstalige en meertalige studenten aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten, gefinancierd door de Taalunie. Deze presentatie zoomt in op dat rapport, belicht verschillen tussen Vlaanderen en Nederland en universiteiten onderling, en signaleert dat er nog kansen onbenut blijven op het gebied van curriculaire remediëring en sensibilisering. Daarnaast toetsen we de bestaande ondersteuningsinitiatieven aan onderzoek, en bieden we suggesties voor verder onderzoek, overleg en beleidsontwikkeling.
3. Sofie Moors
De ontsluiting van een Vlaams Topstuk voor laaggeletterde jongeren. Genoveva en Sifroij, een geïllustreerd boek over een zeventiende-eeuws rederijkerstoneelstuk. Oude letterkunde voor laaggeletterden? Waarom niet? Sofie Moors kiest de onontgonnen weg van de rederijkersliteratuur en welsprekendheid om de leesvaardigheid van laaggeletterde jongeren te stimuleren. Met het geïllustreerde boek Genoveva en Sifroij (2020) maakt ze het toneelstuk De heylighe Genoveva (1664) toegankelijk voor deze doelgroep, die zelden in aanraking komt met zo’n brontekst. Het verhaal is bewerkt naar hun taalniveau en – in navolging van Design-based research – uitgetest bij anderstaligen, die met hun expertise pijnpunten konden aanduiden. Ondanks de leesbare taal blijft het verhaal van Genoveva, vol ingewikkelde intriges, jaloezie en overspel, cognitief uitdagend. De lessuggesties maken het boek bovendien onmiddellijk inzetbaar in het onderwijs. Doordat het toneelstuk uit een Sint-Niklaas’ rederijkershandschrift komt dat als Vlaams Topstuk is erkend, ontsluit de uitgave bovendien een belangrijk deel van ons erfgoed.
4. Jeroen Steenbakkers
Stijlperspectieven: werken met vernieuwende lessen schrijfstijl voor midden- en bovenbouw vo/secundair onderwijs. In de schooljaren 2017 tot 2019 ontwikkelde het docentontwikkelteam Stijlperspectieven een acht lessen over schrijfstijl voor de klassen 3 en 4 havo/vwo (vijftien en zestienjarigen). In deze lessen krijgen leerlingen schrijfstijlstrategieën aangereikt, zoals het gebruik van intensiverende woorden en drieslagen. De leerlingen leren de strategieën allereerst kennen door teksten van bekwame schrijvers (zoals columnisten en journalisten) te analyseren; vervolgens krijgen de leerlingen theorie over schrijfstijl. De theorie is van hoog niveau: we willen leerlingen graag veel leren over taalmogelijkheden. Daarna schrijven leerlingen korte tekstjes schrijven waarin ze de schrijfstijlstrategieën toepassen. Enkele van deze teksten worden klassikaal besproken, met veel aandacht voor het effect van stijlkeuzes op de lezer. In de workshop bespreken we hoe docenten met deze lessen werken. Deelnemers kunnen de syllabus Schrijfstijl vooraf digitaal ontvangen (met handleiding en antwoordbladen). De workshop is heel praktisch: nadien kunt u meteen met het materiaal aan de slag. Tegelijkertijd gaan we kort in op de didactische ontwerpprincipes en pedagogische toetsstenen die we hebben gebruikt bij het ontwerp van de lessen.
5. Freek Van de Velde
De rol van taal in seksuele selectie: een evolutionaire kijk op verschillen tussen het taalgebruik van mannen en van vrouwen. Uit tekstcorpus-onderzoek blijkt dat er robuuste verschillen zijn in het taalgebruik van mannen en vrouwen (o.a. Rayson e.a. 1997, Coates 1998, en voor het Nederlands Keune 2012). Mannen gebruiken bijvoorbeeld gemiddeld meer abstracte woorden, meer telwoorden, minder voornaamwoorden en minder emotionele woorden dan vrouwen. De stijlverschillen zijn door verschillende onderzoekers getypeerd als een onderscheid tussen een ‘informatieve stijl’ (mannen) en ‘betrokken stijl’ (vrouwen) (zie o.a. Biber e.a. 1998). Dat onderscheid is geen wet van Meden en Perzen: de verschillen treden niet op onder alle omstandigheden of bij alle individuen, maar zijn statistisch significante gemiddeldeverschillen tussen beide groepen. Een vaak aangehaalde verklaring voor die verschillen is dat die teruggevoerd kunnen worden op de ongelijke rollen die mannen en vrouwen aannemen in de maatschappij (Cameron 1992 e.v.a). Er is een alternatieve verklaring (niet per se in tegenspraak is met de rol van de cultuur trouwens), die de verschillen terugvoert op evolutionaire motiveringen, met name seksuele selectie (zie Darwin 1871, Miller 2000:305, Rosenberg & Tunney 2008). In deze lezing ga ik in op de houdbaarheid van die laatste verklaring. Daarbij komt ook experimenteel en corpusgebaseerd onderzoek aan bod dat we de afgelopen jaren in Leuven uitgevoerd hebben, samen met Charlotte Essers en Jozefien Piersoul.
15.45u
1. Ine De Brouwer
Lezen en laten lezen: de 5 didactische sleutels voor een krachtige begrijpend-leesdidactiek in de praktijk. In augustus 2019 bracht de Vlaamse Onderwijsraad in samenwerking met enkele onderzoekers een reviewstudie rond begrijpend lezen uit. Het resultaat van deze reviewstudie stelt een krachtige begrijpend-leesdidactiek voor aan de hand van 5 didactische sleutels: functionaliteit, interactie, transfer, leesmotivatie en strategie-instructie. De praktijkgids, die samen met de reviewstudie werd uitgebracht, vormt een eerste opstap naar een praktijkgerichte vertaling van de 5 didactische sleutels. De fiches die werden ontwikkeld binnen ‘Lezen en laten lezen’ trachten nog meer aan te sluiten bij de noden uit de praktijk en vormen een aanvulling op de praktijkgids Sleutels voor effectief begrijpend lezen: inspiratie voor een eigentijdse didactiek in het basisonderwijs. De fiches van ‘Lezen en laten lezen’ bundelen concrete tools, tips en tricks rond begrijpend lezen voor leerkrachten in het basisonderwijs.
2. Renske Bouwer & Janneke van der Loo
Grip op je schrijfproces met De Schrijfmachine: zelfregulerend academisch schrijven. “Studenten kunnen niet meer schrijven!” Ieder studiejaar opnieuw verschijnen er krantenkoppen van die strekking, waarin docenten uit het hoger onderwijs klagen over het niveau van schrijfvaardigheid van hun studenten. Onderzoek laat zien dat academisch schrijven een cognitief complexe vaardigheid is. Schrijvers moeten aan veel tegelijkertijd denken: het genereren van relevante inhoud, een logische structuur, wetenschappelijk taalgebruik en correct refereren. Zelfregulatie van deze deelprocessen is essentieel om tot goede teksten te komen. In het hoger onderwijs ligt de focus echter vooral op het verbeteren van het eindproduct door beoordelingscriteria en feedback. Dit verduidelijkt weliswaar de verwachtingen over het uiteindelijke product, maar biedt studenten geen aanknopingspunten om het onderliggende schrijfproces te reguleren. Om van studenten betere schrijvers te maken, zijn wij dit jaar gestart met de Schrijfmachine. Dit toekomstige online platform heeft als doel studenten meer grip te geven op hun eigen schrijfproces door online tools en wetenschappelijke kennis over effectieve schrijfstrategieën. We hopen hiermee de motivatie, het zelfvertrouwen en de zelfregulatie voor schrijven te bevorderen, waardoor studenten tot betere teksten komen. In deze workshop maak je kennis met de belangrijkste onderdelen van de Schrijfmachine: (1) kennisclips over effectieve schrijfstrategieën, (2) quiz ‘Wat voor schrijver ben jij?’, (3) procesfeedback met keystroke logging, en (4) comparative judgement van voorbeeldteksten. We gaan in discussie over hoe goed deze onderdelen aansluiten bij de behoeftes van studenten en hoe ze het beste ingezet kunnen worden in het hoger onderwijs.
3. Peter Van Damme
Poëzie in de klas. Drie tips om de poëziewereld te openen. Poëzie moet verleiden en niet bevelen’, liet Luuk Gruwez optekenen in een themanummer rond poëzie en onderwijs van de Poëziekrant. In deze sessie bespreken we een aantal concrete manieren om leerlingen gemotiveerder, bewuster en geconcentreerder aan het poëzielezen te krijgen. 2 Gooi de woorden door elkaar. Over haalbaar en inzichtverhogend creatief schrijven
4. Dicky Antoine
Dieper leren door debatteren. 5. Hans Smessaert
Het onbepaald voornaamwoordelijk bijwoord: over terminologische knelpunten bij de Nederlandse woordsoorten. In deze presentatie wil ik twee terminologische kwesties uit het domein van de Nederlandse woordsoorten aankaarten. Ten eerste beargumenteer ik – samen met collega’s van Craenenbroeck en Vanden Wyngaerd in ons nieuwe handboek Morfologie en Syntaxis --waarom het zgn. voornaamwoordelijk bijwoord (eraan, hierbij, daarvoor, waarover, …) geen woordsoort is, maar een erg ongelukkige benaming voor een syntactische constituent. Ten tweede pleiten we ervoor om het onderscheid bepaald-onbepaald te reserveren voor lidwoorden en (nominale) constituenten, en dus niet te hanteren in de context van de telwoorden (waar het een andere interpretatie krijgt) of in de context van de bijwoorden en de voornaamwoorden (waar alleen van een onbepaalde variant sprake is en niet van een bepaalde variant).
16.45u
1. Suzanne van Norden & Andrea Visser
Lezen en schrijven om te denken en kennis op te bouwen in het basisonderwijs. Kinderen lezen niet om te leren lezen, maar om ergens achter te komen. Ze schrijven niet om te leren schrijven, maar om hun gedachten te ordenen. Of niet? Lezen en schrijven zitten in het basisonderwijs vaak ‘verstopt’ in het taalprogramma. Toch komt er steeds meer aandacht voor functionele contexten van lees- en schrijftaken. Zaakvakonderwerpen zijn heel geschikt om die context te leveren en maken het mogelijk om kinderen te motiveren voor lezen en schrijven. Welke strategieën kan een leerkracht inzetten om lees- en schrijfvaardigheid van kinderen binnen de context van een onderwerp te versterken? In deze presentatie geef ik een beeld van de mogelijkheden van gekoppeld lezen en schrijven bij zaakvakken, en van de reacties van pabostudenten die met deze aanpak gewerkt hebben.
2. Pieterjan Bonne
Meer halen uit én steken in een online hoorcollege. De verwachting bestond dat hoorcolleges omschakelen van live naar online probleemloos zou verlopen. Er waren toch al succesvolle MOOCs en ervaringen met het opnemen van lessen. Wat maakt het immers uit of iemand in de aula of thuis luistert? Deze verwachting werd niet ingelost. Strategieën om het hoorcollege echt tot een leermoment te maken, bleken moeilijk of niet meer te werken. En zowel studenten als docenten zonder die strategieën ervaarden nog grotere problemen. De omschakeling van hoorcolleges naar online plaatste studenten en docenten voor nieuwe uitdagingen en lijkt de verschillen tussen zwakke en sterke studenten en docenten te versterken. Deze sessie kijkt vanuit docent- en studentperspectief naar enkele van die uitdagingen met de omschakeling. Daarnaast probeert de sessie enkele pistes aan te reiken om als student meer uit een online hoorcollege te halen en als docent meer in een hoorcollege te steken.
3. Margot Van Dingenen
Lezen is een feest! Handleiding werken aan een inspirerende leesomgeving op school. Iedereen Leest begeleidde de afgelopen 2 jaar zo’n 25 scholen rond het versterken van een inspirerende leesomgeving in verschillende trajecten. Met de opgedane ervaring en kennis uit deze trajecten en naar aanleiding van de Jeugdboekenmaand die zal plaatsvinden in maart (50e editie – thema feest!), kwam een nieuwe handleiding voor leerkrachten tot stand. In deze sessie ontdek je hoe je met de handleiding aan de slag gaat. Je krijgt inzicht in de belangrijkste bouwstenen van een inspirerende leesomgeving en heel wat concrete tips om van te vertrekken, zodat lezen en feest wordt op school!
4. Karen Wentzel
Praten over teksten: waarom en hoe?
5. Jimmy van Rijt
Inzicht geven in grammatica: wat werkt volgens empirisch onderzoek? Voor docenten Nederlands is het vaak lastig om grammatica op zo’n manier over te brengen dat leerlingen echt inzicht in de materie krijgen. In het traditionele grammaticaonderwijs blijft zulk inzicht vaak uit, omdat de focus daarbij ligt op trucjes en ezelsbruggetjes, lagere-ordedenken en het ontleden van gedecontextualiseerde zinnetjes. Een ander belangrijk probleem is dat het huidige grammaticaonderwijs weinig oog heeft voor achterliggende metaconcepten, zoals valentie of predicatie, terwijl het didactiseren van zulke metaconcepten juist een positieve uitwerking heeft op grammaticaal inzicht en redeneervermogen. Wat weten we uit recent empirisch onderzoek over het inzetten van achterliggende metaconcepten in het grammaticaonderwijs? We verkennen deze vraag aan de hand van concrete werkvormen en ontwerpprincipes die bruikbaar zijn voor uw eigen praktijk.
17.45u
1. Jona Hebbrecht en Iris Vansteelandt
Lezen is een sleutelvaardigheid in het onderwijs en de maatschappij. Recente PIRLS- en PISA-resultaten luidden echter de alarmbel. Nederlandse en Vlaamse leerlingen lezen steeds minder goed en ook steeds minder graag. Directies en leraren geven geregeld aan dat ze de huidige trend willen ombuigen. Ze willen ervoor zorgen dat al hun leerlingen vaardige en gemotiveerde lezers worden én blijven. Op basis van een leesbeleidsplan, willen ze werk maken van sterk leesonderwijs. Toch weten ze niet altijd goed hoe hiermee van start te gaan. Om schoolteams op weg te helpen richting een leesbeleidsplan met leesonderwijsdoelen en -acties op korte en langere termijn, zoomen we in deze presentatie in op vijf componenten van een duurzaam leesbeleid. We geven concrete tips hoe je die succesvol kunt vertalen naar sterk leesonderwijs.
2. Liesbet Triest & Dirk Berckmoes
Samen schrijven werkt! Een online doorschrijfweek voor studenten. Schrijfbegeleiders aan Nederlandse en Vlaamse universiteiten organiseren al langer schrijfmomenten om studenten op hetzelfde moment te laten werken aan schrijftaken. Zulke uren of dagen creëren een gevoel van samenhorigheid waardoor studenten gemotiveerder zijn om hun schrijftaak aan te pakken. Tegelijkertijd kunnen ze informatie uitwisselen en elkaar en de begeleiders vragen stellen. De coronapandemie dwong Vlaamse en Nederlandse schrijfbegeleiders na te denken over een online laagdrempelig alternatief. Zo ontstonden online doorschrijfweken voor kleine groepjes studenten, gebaseerd op een bestaand format uit de universiteiten van Nijmegen en Utrecht. Deze presentatie bespreekt de verschillende mogelijkheden om zulke doorschrijfweken te organiseren, en welke duurzame impact ze kunnen hebben op het schrijfproces van studenten.
3. Liselotte Dessauvagie
Leesbevordering in het voortgezet onderwijs, dat werkt! De cijfers van het PISA-onderzoek liegen er niet om, onze leerlingen in het voortgezet onderwijs lezen steeds slechter. En nog zorgwekkender: ze vinden er niets aan. Tijd om het tij te keren. Leesbevordering in het voortgezet onderwijs, dat werkt namelijk! Liselotte Dessauvagie van Stichting Lezen geeft veel trainingen aan docenten in het voorgezet onderwijs. Ze neemt de deelnemers in deze lezing mee in haar ervaringen: welke activiteiten kun je direct uitvoeren op school? Dat is het laaghangend fruit. Daarnaast bespreekt ze met welke zaken je op langere termijn aan de slag zou moeten om leesbevordering een vaste plek op school te geven.
4. Nina Vermeulen
Feedback op het schrijfproces: wat, hoe & waarom? Feedback speelt een cruciale rol in het verbeteren van complexe vaardigheden zoals schrijven. In de huidige klascontext richt de feedback zich vaak op het eindproduct: de kwaliteit van de tekst. Met keystroke logging software zoals Inputlog (gratis beschikbaar) is het mogelijk om inzicht te krijgen in het schrijfproces van leerlingen. Met een handige rapportfunctie in Inputlog bieden we leerlingen (numerieke en visuele) gegevens over hun proces aan. We ontwikkelden feedback waarin we leerlingen aanzetten tot reflectie en zelfregulatie. Ze vergelijken hun eigen schrijfproces met processen van leerlingen die een betere tekst schreven (exemplars). Op basis van een interventiestudie kunnen we besluiten dat procesfeedback effectief is: leerlingen schreven betere teksten na het verwerken van de procesgerichte feedback. In de sessie bekijken we hoe keystroke logging data kunnen gebruikt worden in de klas. We gaan in op belangrijke aspecten van de feedback: vergelijking met exemplars, reflectie, en zelfregulatie.
5. Nicoline van der Sijs
Veel mensen ergeren zich aan constructies als de mooie meisje die en de meisjes waarover, maar als we naar de ontwikkeling van het Nederlands over een langere periode kijken, blijken dergelijke constructies daarin naadloos te passen - en zullen ze in de toekomst ongetwijfeld onderdeel worden van het Standaardnederlands.
Programmaboek HSN34 Bij registratie ontvang je ook een elektronische versie van het boek. Kan je er niet bij zijn of wil je liever een gedrukte versie dan kunt u een gedrukte versie van het conferentieboek tot en met 5 februari 2021 bestellen via hsnconferentie@outlook.com .
U krijgt dit boek toegestuurd na betaling van 17 euro op rek. van HSN: BE87 4366 2495 5194 (BIC KREDBEBB) met vermelding van naam en leveringsadres.
Let op: na 5 februari 2021 kunnen geen boeken meer gereserveerd worden gezien de beperkte oplage.